Gebruikershandleiding
DRAAIKANTELSTUK
EC204
|
EC206
|
EC209
|
EC214
|
EC219
|
EC226
|
EC233
Artikel 9000113 | Version 1.25 | 2024-03-18
Originele gebruiksaanwijzing

Voorwoord

Beste klant, Fijn dat u uw keus op een product van engcon hebt laten vallen.engcon is marktleider op het gebied van werktuigen voor graafmachines. Wij staan voor innovatie, kennis en ervaring en ontwikkelen onze producten met het focus op de behoeften van de klant. Bezoek onze website voor contactinformatie en ons overige productaanbod.www.engcon.com

1. Inleiding

1.1. Algemeen

Deze gebruikershandleiding bevat belangrijke informatie over de functies en eigenschappen van uw product en hoe u het op de beste manier gebruikt. Voordat u het product gebruikt is het van belang dat u de inhoud van deze gebruikershandleiding hebt gelezen en begrepen, waarbij vooral de hoofdstukken met betrekking tot veiligheid.Behalve deze gebruiksaanwijzing dient u de geldende veiligheidsinformatie voor de van toepassing zijnde basismachine, en eventuele overige uitrusting te hebben gelezen en begrepen. Deze gebruikershandleiding omvat een aantal supplementen met een meer uitgebreide beschrijving voor installatie, montage, gebruik en onderhoud met betrekking tot besturingssystemen en speciale modificaties voor het aan u geleverde product.Informatie, afbeeldingen en specificaties zijn gebaseerd op de productinformatie die toegankelijk was bij het ter perse gaan van deze gebruikershandleiding. Afbeeldingen en illustraties in deze gebruikershandleiding zijn typevoorbeelden en niet bedoeld als exacte afbeeldingen van de verschillende onderdelen van het product. Wij behouden ons het recht voor om wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving.Bewaar deze gebruikershandleiding altijd samen met eventuele overige aanvullende informatie op een veilige plaats zodat deze altijd bij de hand is.

1.2. Verschroten en recycling

engcon streeft voortdurend naar een vermindering van invloed op het milieu. 99% van onze producten bestaat uit recyclebaar materiaal. Alle montage- en servicewerkzaamheden dienen te worden verricht conform wetgeving en bepalingen op het gebied van milieu, gezondheidszorg en arbeidsbescherming. Hierbij inbegrepen alle werkzaamheden, hantering, opslag en verwerking van overgebleven materiaal. Teneinde verontreiniging van bodem en water te vermijden, moet morsen worden vermeden. Indien dit toch gebeurt, moet gemorst materiaal worden verwijderd.Gevaarlijk afval alleen mag worden gehanteerd door hiertoe bevoegde personen. Al eventueel afval dient te worden verwerkt conform geldende wetten en bepalingen:
- Metaal en kunststof moeten worden gerecycled.
- Hydraulische slangen worden meestal voor energieterugwinning bewaard (sorteren als gevaarlijk afval).
- Olie en vet wordt meestal voor energieterugwinning bewaard (sorteren als gevaarlijk afval).
- Elektronische onderdelen worden als materiaal gerecycled (sorteren als gevaarlijk afval).
- Verpakkingsmateriaal sorteren voor recycling van materiaal.
- Papier sorteren voor recycling van materiaal.
In geval van twijfel dient de voor het milieu verantwoordelijke persoon bij engcon te worden geraadpleegd.

1.3. Transport en opslag

Het draaikantelstuk heeft geen hijs- en bevestigingspunten.Transport/verplaatsing/hantering van draaikantelstuk geschiedt op een pallet waarbij het met banden wordt vastgesnoerd.Bij langduriger opslag moet de zuigerstang van een cilinder worden behandeld met corrosiebescherming of in de cilinder worden getrokken.

1.3.1. Temperatuur tijdens gebruik en opslag

Beschrijving
Temperatuur
Bedrijfstemperatuur
-30° tot +50°C
Temperatuurbereik bij opslag
-30° tot +50°C

1.4. Garantie

Alle klanten krijgen 2 jaar garantie op het draaikantelstuk.We raden u als klant aan om het draaikantelstuk te registreren voor snellere service.Bezoek www.engcon.com en zoek "registreer uw product".

1.5. Technische ondersteuning en reserveonderdelen

Bij www.engcon.com vindt u alle contactgegevens voor ondersteuning en reserveonderdelen.

1.6. Productverklaring

1.6.1. EU-Verklaring van overeenstemming

Naam van de fabrikant:
engcon Nordic AB
Adres:
Box 111, SE-833 22 Strömsund, ZWEDEN
Telefoon:
+ 46 670 178 00
E-mail:
info@engcon.se
engcon verklaart hierbij dat het onderstaande is vervaardigd in overeenstemming met de Machinerichtlijn 2006/42/EU.
Typeaanduiding:
Art.nr.:
Serienummer:
Max. hijspunt:
Max. hydr. druk:
Datum:
Overig:
De volgende normen en regelgevende richtlijnen zijn ook toegepast en het product voldoet derhalve aan de eisen voor CE-markering.
- EMC-richtlijn 2014/30/EU
- SS-en ISO 12100:2010, SS-en 474-1:2006 + A5:2018 en SS-en 474-5:2006 + A3:2013, SS-ISO 13031:2016
- ISO 10567:2007, SAE J2506:2012, SAE J1362:2018
dold textDeze verklaring, alsmede alle door engcon gestelde garanties zullen niet langer gelden indien andere dan originele reserveonderdelen van engcon worden gebruikt, en indien er wijzigingen of andere modificaties hebben plaats gevonden zonder toestemming van engcon.
Osynlig fras
Krister Blomgren - Gemachtigde vertegenwoordiger, engcon Nordic AB
Osynlig fras
Bevoegde persoon voor samenstelling van de technische documentatie:Fredrik Jonsson, hoofd afdeling constructie, engcon AB

2. Veiligheid

2.1. Algemeen

Het is van belang dat u alle waarschuwingsteksten hebt gelezen en begrepen voordat u een aanvang neemt met de montage/het gebruik van het product en eventuele toebehorende accessoires. Deze waarschuwingsteksten wijzen op potentiële risico's en hoe deze kunnen worden vermeden. In deze gebruiksaanwijzing gebruiken we onderstaande waarschuwingsniveaus:
Gevaar
Geeft aan dat er een ongeval zal plaatsvinden indien de voorschriften niet worden opgevolgd. Risico op persoonlijk letsel of ongeval met dodelijke afloop.
Waarschuwing
Geeft aan dat er een ongeval kan plaatsvinden indien de voorschriften niet worden opgevolgd. Risico op persoonlijk letsel of ongeval met dodelijke afloop.
Voorzichtig
Geeft aan dat er een ongeval zal plaatsvinden indien de voorschriften niet worden opgevolgd. Risico op persoonlijk letsel.
Belangrijk
Geeft aan dat er een ongeval kan plaatsvinden indien de voorschriften niet worden opgevolgd. Risico op schade aan eigendom, werkproces of omgeving.
Opmerkingen
Extra informatie die de uitvoering of het begrip voor bepaald werk kunnen vereenvoudigen.

3. Constructie en werking

3.1. Algemeen

Een engcon draaikantelstuk draagt bij tot de flexibiliteit en effectiviteit van de graafmachine en zorgt ervoor dat de graafmachine voor meer werkopdrachten kan worden gebruikt. Dit product biedt de mogelijkheid om een werktuig te kantelen en te draaien.

3.2. Uitrustingsstuk

Draaikantelstukken van engcon zijn ontworpen voor gebruik met de hydraulische uitrustingsstukken van engcon en de typegoedgekeurde uitrustingsstukken volgens de gebruiksaanwijzing van de gereedschapdrager.
Gevaar
De grenzen voor kantelbelasting mogen niet worden overschreden. Het gewicht van het product en de extra reikwijdte kunnen de stabiliteit nadelig beïnvloeden. Risico op persoonlijk letsel en schade aan eigendom.

3.3. Q-Safe

Q-Safe is een waarschuwend systeem dat de aansluiting van uitrustingsstukken op de snelwissel van de machine en/of onder het draaikantelstuk bewaakt. Het heeft dubbele mechanische vergrendelingen om te verhinderen dat het uitrustingsstuk uit de bevestiging losschiet, zelfs als één van de onderdelen van het vergrendelmechanisme kapotgaat. De alarmuitgangen zijn aangesloten op een QLM-module die op de lepel is gemonteerd. Deze waarschuwen met akoestische en lichtsignalen bij niet correct aangesloten uitrustingsstukken; het belangrijkste veiligheidsdoel van de snelwissel is immers het omringende personeel. De operator moet het betreffende personeel informeren over de betekenis van de signalen.
Waarschuwing
Onderbreek het werk onmiddellijk en controleer waarom het systeem tijdens bedrijf een waarschuwing voor incorrecte aankoppeling geeft. Risico op persoonlijk letsel en schade aan eigendom.
Voorzichtig
Gebruik gehoorbescherming tijdens werk in nabijheid of hantering van een Q-Safe snelwissel wanneer deze is aangekoppeld. Risico op gehoorbeschadiging.

3.3.1. Overzicht

Afbeelding1.
Positie
Beschrijving
1
Voedingsspanning
2
Alarmindicatie
3
Sensor op haak voor werktuigbevestiging op machine
4
Sensor uitstootmechanisme voor werktuigbevestiging op machine
5
Sensor op haak voor werktuigbevestiging
6
Sensor op uitstoter voor werktuigbevestiging
7
Waarschuwingslicht
Tabel 1.
Voor indicaties zie hoofdstuk 7.1.1. Indicatie.

3.4. Snelwissel HS en SW met sensor

De snelwissel HS en SW met sensor bewaken of de snelwissel in open stand staat. De alarmuitgang is aangesloten op een QLM-module die op de lepel is gemonteerd. Deze waarschuwt met akoestische en lichtsignalen wanneer de vergrendelcilinder van het uitrustingsstuk open is; het belangrijkste veiligheidsdoel van de snelwissel is immers het omringende personeel. De operator moet het betreffende personeel informeren over de betekenis van de signalen.
Waarschuwing
Onderbreek het werk onmiddellijk en controleer waarom het systeem tijdens bedrijf een waarschuwing voor incorrecte aankoppeling geeft. Risico op persoonlijk letsel en schade aan eigendom.
Voorzichtig
Gebruik gehoorbescherming tijdens werk in nabijheid of hantering van een Q-Safe snelwissel wanneer deze is aangekoppeld. Risico op gehoorbeschadiging.

3.4.1. Overzicht

Afbeelding2.
Positie
Beschrijving
1
Voedingsspanning
2
Alarmindicatie
3
Indicatie voor open snelwissel
4
Waarschuwingslicht
Tabel 2.
Voor indicatie, zie hoofdstuk 7.2.1. Indicatie

3.5. EC-Oil

engcons systeem voor het snel wisselen van werktuig. Het bied mogelijkheden om van hydraulische werktuig te wisselen zonder de cabine te verlaten. Het systeem is ontwikkeld voor maximale bedrijfszekerheid in veeleisende werkomstandigheden. Het heeft een volhydraulisch systeem en is in staat om bij volle systeemdruk een onder druk staand werktuig aan te koppelen.
Afbeelding3.

3.6. ePS/C2C

engcons rotatiesensor ePS vormt in combinatie met een draaikantelstuk en een ePS-compatibel graafsysteem een concept waarbij het gekozen systeem meer functies krijgt. Het geeft volledige controle over de bak en de mogelijkheid om de exacte rotatiepositie te zien. C2C werkt als een aansluitpunt tussen twee verschillende systemen.

3.6.1. Overzicht

Afbeelding4.
Afbeelding5.
Positie
Beschrijving
Commentaar
CMX1
CAN Graafsysteem
CMX2
CAN Rotatiesensor
1
Verkeersindicatie Graafsysteem
Groene lichtdiode
2
Status C2C (Alarmindicatie)
Rode lichtdiode
3
Verkeersindicatie Rotatiesensor
Groene lichtdiode
Tabel 3.
Voor indicaties zie hoofdstuk 7.3.1. Indicatie.

4. Installatie

Voordat u met de montage een aanvang neemt, is het van belang om de noodzakelijke supplementaire informatie door te nemen. Bij levering is uw product en deze supplementaire documentatie zoveel mogelijk aan uw basismachine aangepast.
Waarschuwing
Probeer de maximumcapaciteit van de uitrusting nooit te veranderen door modificaties die niet zijn goedgekeurd door de leverancier. Risico op persoonlijk letsel en schade aan eigendom.
Waarschuwing
Lassen is niet toegestaan. Dit kan de veiligheid negatief beïnvloeden. Risico op persoonlijk letsel en schade aan eigendom. Voor laswerk, raadpleeg uw dealer of engcon Nordic AB.
Waarschuwing
Let vooral op de beweegbare details. Onoplettendheid kan beknellingsschade veroorzaken. Risico op persoonlijk letsel.

4.1. Olie

Af fabriek is uw product gevuld met Fuchs Hydraway White 46, een op witte olie gebaseerde hydraulische olie.Bij de installatie moet een opvangbak voor olie beschikbaar zijn.
T en P zijn gemerkt met:
Belangrijk
Waarborg vóór montering de mengbaarheid ten opzichte van de hydraulische olie van de basismachine. In geval van de geringste twijfel, raadpleeg de leverancier voor de smeermiddelen. Een onjuist mengsel kan beschadigingen aan de hydraulische componenten veroorzaken.

4.2. Identificatie

Controleer of het typeplaatje op uw product overeenkomt met de informatie conform "EG-Verklaring van overeenstemming". In geval van afwijkingen dient u uw leverancier te raadplegen voordat met de montage een aanvang wordt genomen.Het typeplaatje zit op het gele frame van het draaikantelstuk of op de zwarte beschermkap.
Gegevens op typeplaatje:
Afbeelding6.
Artikelnummer
Typeaanduiding
Serienummer
Bouwjaar
Gewicht
Max. hijspunt
Max. hydraulische druk

4.3. Mechanisch

Onderstaande montage- en installatievoorschriften gelden voor directe bevestiging van het draaikantelstuk.
Als het draaikantelstuk aan een werktuigbevestiging moet worden gekoppeld, moet de bij machine behorende handleiding voor de aankoppeling van werktuigen worden gebruikt.
Gevaar
De grenzen voor kantelbelasting mogen niet worden overschreden. Het gewicht van het product en de extra reikwijdte kunnen de stabiliteit nadelig beïnvloeden. Risico op persoonlijk letsel en schade aan eigendom.
Waarschuwing
In geval van twijfel wat betreft kennis, uitrusting of werk ten aanzien van veiligheidsdetails, neem contact op met de dealer of engcon Nordic AB. Incorrecte montage kan de veiligheid in gevaar brengen.
Belangrijk
Montage en installatie mogen alleen worden uitgevoerd bij een door de fabrikant erkende werkplaats. Veranderingen wat betreft de montage mogen niet worden gedaan zonder toestemming van de fabrikant.

4.3.1. Bevestiging van draaikantelstuk

Afbeelding7.
Voorafgaand aan de montage
1. Controleer de grenswaarden voor de kantelbelasting, maar houd daarbij rekening met het gewicht en de extra reikwijdte. Het kan noodzakelijk zijn om bijvoorbeeld het volume van het werktuig te verkleinen.
2. Plaats de basismachine en het draaikantelstuk op een vlakke, niet-gladde ondergrond. Let erop dat het draaikantelstuk rechtop en in lijn met lepelsteel en drukstuk staat.
3. Indien nodig moet een verankerde ladder worden gebruikt.
Afbeelding8.
Montage
1. Monteer de O-ringen indien deze moeten worden gebruikt.
2. Stuur het drukstuk zodanig dat het overeenkomt met de boringen in het bovenstuk van het draaikantelstuk.
3. Indien nodig de breedte met vulringen instellen.
4. Duw de hiervoor bedoelde bakpen vast.
5. Monteer de vergrendeling van de bakpen en controleer of deze goed vastzit.
Afbeelding9.
6. Stuur het drukstuk zodanig dat deze overeenkomt met de daartoe bedoelde boringen in het bovenstuk van het draaikantelstuk.
7. Laat de lepelsteel voorzichtig zakken, er mogen geen haperingen voorkomen.
8. Indien nodig de breedte met vulringen instellen.
9. Breng overvloedig vet aan op de gaten en bussen.
Afbeelding10.
Belangrijk
Bussen en gaten in de lepelsteel moeten gevuld worden met vet. De centrale smering zorgt alleen voor bijvullen.
10. Duw de hiervoor bedoelde bakpen vast.
11. Monteer de vergrendeling van de bakpen en controleer of deze goed vastzit.

4.4. Stroom en hydrauliek

Voor aansluiting van de elektriciteit en de montage van hydraulische slangen, zie de bij het gekozen besturingssysteem behorende montagevoorschriften. Deze kunnen ook worden gedownload op onze website of via contact met engcon.
Belangrijk
Onderhoud en reparatie van het elektrische systeem mogen alleen door de vakman worden gedaan.
Waarschuwing
Onderbreek de stroomtoevoer in het elektrische systeem en verwijder onder stroom staande voorwerpen voordat u met het werk begint. Risico op persoonlijk letsel.
Waarschuwing
Let op isolatie van elektronische bedrading en componenten tijdens montage van elektrische uitrusting. Kortsluiting in de bedrading kan brandschade veroorzaken.

4.4.1. Q-Safe

Zie aparte montagevoorschriften. Deze kunnen ook worden gedownload op onze website of via contact met engcon.

4.5. Afsluitende maatregelen

4.5.1. Stickers aanbrengen

Plaats de bijgevoegde waarschuwingssticker bij de plaats van de machinist op een duidelijk zichtbare, maar niet storende plaats in de cabine.
Waarschuwing
Vervang beschadigde/onleesbare stickers/plaatjes voordat de machine in gebruik wordt genomen. Risico op persoonlijk letsel en schade aan eigendom.

4.5.2. Functiecontrole

Voer een functionele controle uit volgens de volgende punten.
- Beweeg het draaikantelstuk een paar keer om eventuele lucht uit het systeem te laten ontsnappen. Dit is belangrijk om geen ongecontroleerde bewegingen te krijgen.
- Controleer of het draaikantelstuk functioneert volgens hoofdstuk 5.5. Bediening.
- Controleer of het uitrustingsstuk reageert wanneer de hydrauliek wordt geactiveerd.
- Controleer of slangen en kabelbomen niet schuren of bekneld raken.

5. Bediening

5.1. Voor en tijdens het gebruik

Controleer de aanbevelingen van de fabrikant van de basismachine voor het berekenen van de kantelbelasting en denk hierbij vooral aan het extra gewicht en de reikwijdte van het product.
Gevaar
De grenzen voor kantelbelasting mogen niet worden overschreden. Het gewicht van het product en de extra reikwijdte kunnen de stabiliteit nadelig beïnvloeden. Risico op persoonlijk letsel en schade aan eigendom.
Het draaikantelstuk mag alleen worden gebruikt op tussenstukken en werktuigen die hiervoor bedoeld zijn.
Zie aanvullende informatie in aparte gebruikershandleiding voor het van toepassing zijnde werktuig.
Waarschuwing
Werk voorzichtig tijdens hantering van lange voorwerpen. Houd rekening met het levende gewicht en het toenemende risicogebied. Risico op persoonlijk letsel en schade aan eigendom.
Waarschuwing
Waarborg altijd een goede grip tijdens het tillen voorwerpen. Risico op persoonlijk letsel en schade aan eigendom.
Waarschuwing
Het is niet toegestaan om mensen of personenbakken op te tillen met een draaikantelstuk. Risico op persoonlijk letsel en beschadiging van eigendom.
Belangrijk
Controleer de maximaal aangegeven capaciteit van de graafmachine. Gebruik van het product met meer dan de maximum aangegeven capaciteit kan schade aan de machine veroorzaken.

5.2. Hijspunten

Goedgekeurd
Niet goedgekeurd
Afbeelding11.
Afbeelding12.
Afbeelding13.
Controleer de maximaal toegestane belasting voor hijspunt, die op hijshaak/-oog en typeplaatje is gestempeld. Ontworpen conform veiligheidsfactor 5:1.
Waarschuwing
De basismachine moet zijn uitgerust met lasthoudkleppen op giek/lepelsteel en een overbelastingswaarschuwing bij het gebruik van een hijspunt op het draaikantelstuk. Risico op persoonlijk letsel en beschadiging van eigendom.

5.3. Grijperaccessoire

De grijpers zijn niet bedoeld voor hijsen met ketting, lussen of gelijkwaardig.
Waarschuwing
Gebruik het hiertoe bedoelde hijsstuk voor het optillen van voorwerpen. Risico op persoonlijk letsel en schade aan eigendom.
Waarschuwing
Gebruik de grijper niet voor werk met zijwaartse krachten, bijvoorbeeld het zetten van palen. Risico op persoonlijk letsel en schade aan eigendom.
Waarschuwing
Bij heffen moet de lading aan beide grijperarmen worden bevestigd. Zorg ervoor dat de lading niet kan verschuiven en slechts één grijperarm belast. Wanneer alle kracht op slechts één arm wordt uitgeoefend, bestaat het risico dat de grijper opengaat. Risico op persoonlijk letsel en beschadiging van eigendommen.
Afbeelding14. Bildtext

5.4. Uitrustingsstuk

5.4.1. Hydraulische hamer

Het gebruik van een hydraulische hamer in combinatie met een draaikantelstuk zorgt voor extra slijtage en wordt daarom niet aangeraden.

5.4.2. Grondboor

Het gebruik van een grondboor in combinatie met een draaikantelstuk zorgt voor extra slijtage en wordt daarom niet aangeraden.
Belangrijk
Vermijdt langdurig ronddraaien aangezien dit het warmlopen van de wormoverbrenging veroorzaakt. Risico voor persoonlijk letsel.

5.4.3. Vorkhouder

Wanneer een vorkhouder wordt gebruikt moeten de cilinders van het draaikantelstuk worden uitgerust met slangbreukkleppen. In geval van twijfel, raadpleeg uw leverancier.Ter voorkoming van overbelasting op de vergrendelpennen van de werktuigbevestiging dienen deze niet richting vorkpunten te worden gekeerd.
Waarschuwing
De cilinders op de graafarm van de graafmachine moeten zijn uitgerust met houdkleppen om te voorkomen dat de last in het geval van een slangbreuk naar beneden valt. Risico op persoonlijk letsel en beschadiging van eigendom.
Waarschuwing
Bij gebruik van een vorkhouder in combinatie met een draaikantelstuk moet de hoogst mogelijke voorzichtigheid in acht worden genomen. Tijdens snel roteren of kantelen kan de lading naar beneden vallen.

5.4.4. Kraanarm

Het draaikantelstuk mag niet worden gebruikt in combinatie met een kraanarm. Bij gebruik van een kraanarm moet het draaikantelstuk van de basismachine worden losgekoppeld.

5.5. Bediening

De functies die voor de respectievelijke stuursystemen worden beschreven, gelden voor de aanbevolen installatie/configuratie. Afwijkingen kunnen voorkomen afhankelijk van de wensen van de gebruiker wat betreft alternatieve functie van de knoppen en configuratie.

5.5.1. Besturingssysteem DC2 (Voor machine met proportioneel gestuurd hydraulisch circuit)

Het besturingssysteem van engcon maakt gelijktijdig gebruik van alle functies mogelijk.
Zie aparte montagevoorschriften. Deze kunnen ook worden gedownload op onze website of via contact met engcon.

5.5.2. Besturingssysteem 10 (voor machine met proportioneel gestuurd hydraulisch circuit)

Een extern besturingssysteem maakt gelijktijdig gebruik van alle functies mogelijk.
Zie instructies voor ingebouwde/gemonteerde externe besturingssystemen en contacten/support geschiedt met respectievelijke.

5.5.3. Besturingssysteem 9-2 (Voor machine met twee of meer proportioneel gestuurde hydraulische circuits)

Maakt gebruik van twee gelijktijdige functies mogelijk.
Zie aparte montagevoorschriften. Deze kunnen ook worden gedownload op onze website of via contact met engcon.

5.5.4. Besturingssysteem 1 (Voor machine met dubbelwerkend hydraulisch circuit)

Heeft twee functie, kantelen en rotatie.
Zie aparte montagevoorschriften. Deze kunnen ook worden gedownload op onze website of via contact met engcon.

5.5.5. Besturingssysteem 15 (Voor machine met dubbelwerkend hydraulisch circuit)

Maakt gebruik van twee gelijktijdige functies mogelijk, kantelen en rotatie.
Zie aparte montagevoorschriften. Deze kunnen ook worden gedownload op onze website of via contact met engcon.

5.5.6. Extern gestuurde werktuigvergrendeling - SQ/QSC

Zie aparte gebruiksaanwijzing voor werken van werktuigvergrendeling.
- SQ - Aparte hydraulisch werkende vergrendeling. Gebruiksaanwijzing verkrijgbaar bij leverancier van systeem.
- QSC - Apart engcon vergrendelsysteem. Deze gebruiksaanwijzing kan worden gedownload op onze website of via contact met engcon.

5.6. Wisselen van werktuig

Onderstaande instructies gelden voor algemene bediening van engcon werktuigbevestigingen. Voor meer uitgebreide informatie en instructies wordt verwezen naar de gebruikershandleiding voor de van toepassing zijnde werktuigvergrendeling.Om de correcte beweging van de werktuigvergrendeling tijdens aansluiten/loskoppelen van de bak te waarborgen, moet de schakelaar voor de werktuigvergrendeling worden geactiveerd of gedeactiveerd en moet ook het hydraulische systeem op correcte wijze worden geactiveerd.
De bediening van deze verschillende punten verschilt per besturingssysteem.

5.6.1. Werktuig aankoppelen, hydraulische vergrendeling

1. Activeer de functie van de werktuigvergrendeling.
2. Activeer het hydraulische systeem om de vergrendelspieën te bedienen.

 
HS/SW met sensor: Het akoestische en lichtsignaal wordt geactiveerd wanneer de vergrendelcilinder in de open stand staat.
3. Controleer of de indicatiepen uit staat. De plaats van de indicatiepen kan per model draaikantelstuk verschillen.

 
ECPUP: Controleer of de rode haak in de open stand staat.
QSM40: Snelwissel QSM40 heeft geen indicatiepen.
4. Beweeg de werktuigbevestiging richting werktuig.

 
EC-Oil: Zorg dat het uitrustingsstuk zo geplaatst is dat de as met hetEC-Oil-blok zo dicht mogelijk bij de basismachine is geplaatst. Indien het uitrustingsstuk correct staat moet het blok te zien zijn aan de linkerkant van de as, gezien vanuit de cabine.
Palletvorken: Ter voorkoming van overbelasting bij het aankoppelen moeten de vergrendelpennen van de snelwissel van de vorkpunten af worden gekeerd.
5. Koppel het werktuig aan door de snelwissel in de richting van de ene as van het werktuig te bewegen.

 
Q-Safe: Het akoestisch en lichtsignaal wordt geactiveerd.
6. Hef het draaikantelstuk iets omhoog, zodat het werktuig in de werktuigbevestiging schuift.

 
Belangrijk
De machine mag alleen tijdens het aan- en loskoppelen van de bak of andere werktuigen met de schakelaar voor werktuigvergrendeling in geactiveerde stand worden gezet.
7. Deactiveer de functie van de werktuigvergrendeling.
Het werktuig is niet helemaal aangekoppeld voordat het hydraulische systeem is geactiveerd en de indicatie "open positie" niet langer zichtbaar is.
8. Activeer het hydraulische systeem om de vergrendelspieën te bedienen.

 
Belangrijk
Zet altijd druk op het draaikantelstuk om de vergrendelcilinder te activeren, nadat een ander werktuig is aangekoppeld.
9. Controleer of de vergrendelfunctie van de snelwissel functioneert en of de indicatorpen niet langer uit de snelwissel steekt.

 
Q-Safe: Het akoestische en lichtsignaal wordt gedeactiveerd wanneer de snelwissel correct is aangesloten.
HS/SW met sensor: Het akoestische en lichtsignaal wordt gedeactiveerd wanneer de vergrendelcilinder in gesloten stand staat.
ECPUP: Controleer of de rode haak in de gesloten stand staat.
QSM40: Snelwissel QSM40 heeft geen indicatiepen.

 
Voor andere snelwissels dient u te controleren of de vergrendelfunctie functioneert volgens de specificatie voor de desbetreffende snelwissel.

5.6.2. Werktuig loskoppelen, hydraulische vergrendeling

1. Plaats het werktuig op de grond, met de vergrendelspieën weg van de cabine.
2. Deactiveer de functie van de werktuigvergrendeling.
3. Activeer de hydraulische werking en de vergrendelspieën.
4. De vergrendelingscilinders worden geactiveerd en de open positie wordt bereikt wanneer de indicatorpen zichtbaar is.

 
Q-Safe: Het akoestisch en lichtsignaal wordt geactiveerd.
HS/SW met sensor: Het akoestische en lichtsignaal wordt geactiveerd wanneer de vergrendelcilinder in de open stand staat.
ECPUP: Controleer of de rode haak in de open stand staat.
QSM40: Snelwissel QSM40 heeft geen indicatiepen.
5. De vergrendelspieën staan nu in de open stand en het werktuig zit los. Til de machinebevestiging voorzichtig weg van het werktuig.

 
Belangrijk
De machine mag alleen tijdens het aan- en loskoppelen van de bak of andere werktuigen met de schakelaar voor werktuigvergrendeling in geactiveerde stand worden gezet.

5.6.3. Werktuig aankoppelen, mechanische vergrendeling

1. Open de werktuigvergrendeling met een geschikt gereedschap.

 
Op modellen met schroef moet deze linksom worden gedraaid totdat de spieën naar binnen zijn gegaan en de indicatiepen* in de buitenste stand staat.
Gebruik op modellen met hendel een verlengstuk en beweeg de hendel naar zijn eindpositie. De indicatiepen* moet dan in zijn buitenste stand staan en de vergrendelingsbeugel moet de vergrendelspieën open houden.
2. Beweeg de werktuigbevestiging richting werktuig.
Om overbelasting van de snelwissel tijdens gebruik te voorkomen, moeten bij aankoppelen de vergrendelpennen van de snelwissel weg van de vorkpunten af gedraaid worden.
3. Koppel de werktuigbevestiging aan het werktuig.
4. Hef het draaikantelstuk iets omhoog, zodat het werktuig in de werktuigbevestiging schuift.
5. Sluit de machinebevestiging met een daarvoor geschikt gereedschap.

 
Op modellen met schroef moet deze rechtsom worden gedraaid totdat de spieën naar buiten zijn gegaan en de indicatiepen* in de binnenste stand staat.
Op modellen met hendel sluit de vergrendeling automatisch als de as van het tussenstuk de vergrendelingsbeugel naar boven duwt.
6. Controleer of de vergrendelfunctie van de snelwissel pakt.
Bij een snelwissel van engcon moet de blauwe indicatiepen niet meer uit de snelwissel steken. De plaats van de indicatiepen* kan per model draaikantelstuk verschillen.

 
*Snelwissel QSM40 heeft geen indicatiepen.

5.6.4. Werktuig loskoppelen, mechanische vergrendeling

1. Plaats het werktuig op de grond, met de vergrendelspieën weg van de cabine.
2. Open de werktuigvergrendeling met een geschikt gereedschap.

 
Op modellen met schroef moet deze linksom worden gedraaid totdat de spieën naar binnen zijn gegaan en de indicatiepen* in de buitenste stand staat.
Gebruik op modellen met hendel een verlengstuk en beweeg de hendel naar zijn eindpositie. De indicatiepen* moet dan in zijn buitenste stand staan en de vergrendelingsbeugel moet de vergrendelspieën open houden.
In deze stand zit het werktuig los!

 
3. De vergrendelspieën staan nu in de open stand en het werktuig zit los. Hef het draaikantelstuk voorzichtig weg van het werktuig.

 
*Snelwissel QSM40 heeft geen indicatiepen.

5.7. Instellen van werktuigbevestiging

Gevaar
Controleer de bevestigingen regelmatig en let vooral op scheurvorming. Risico op persoonlijk letsel en schade aan eigendom.
Waarschuwing
Let vooral op de beweegbare details. Onoplettendheid kan beknellingsschade veroorzaken. Risico op persoonlijk letsel.
De werktuigbevestiging en het werktuig moeten met vulringen worden ingesteld voor minimale speling. Controleer of de kleinste ingreep van de vergrendelspie niet onder de minimumwaarde ligt.
Werktuigbevestiging S30-S80
Werktuigbevestiging S1-S3
Afbeelding15.
Afbeelding16.
Werktuig­bevestiging
A (max.)
S30
5mm
S40
10mm
S45
10mm
S50
10mm
S60
20mm
S70
22mm
S80
25mm
Tabel 4.
Werktuig­bevestiging
A (min)
S1
30mm
S2
30mm
S3
30mm
Tabel 5.
Werktuigbevestiging RF40-90 (PUP)
Werktuigbevestiging ECPUP
Afbeelding17.
Afbeelding18.
Werktuig­bevestiging
A (max.)
PUP40-90
14mm
Tabel 6.
Werktuig­bevestiging
A (max.)
ECPUP45
2mm
ECPUP50
5mm
ECPUP60
22mm
ECPUP65
25mm
ECPUP70
25mm
ECPUP80
30mm
Tabel 7.
Werktuigbevestiging CW10-45
Werktuigbevestiging HS
Afbeelding19.
Afbeelding20.
Werktuig­bevestiging
A (max.)
CW10-45
A ≥ B * 0.75
Tabel 8.
Werktuig­bevestiging
A (max.)
HS08
0 tot 14mm
HS10
0 tot 5mm
HS20/21/25
-10 tot 5mm
Tabel 9.

5.8. Werken onder water

Werken onder water wordt niet aanbevolen, omdat dit de slijtage verhoogt en de levensduur van uw draaikantelstuk verkort. Werken in brak of zout water halveert de levensduur van EC-Oil elektrische aansluitingen.

5.8.1. Voorbereiding voor werken onder water

- Vul het draaikantelstuk met vet volgens hoofdstuk 6.3.4. Smeren wormoverbrenging. Gebruik een meer waterafstotend vet. Controleer altijd de mengbaarheid bij uw leverancier.
- Vul alle aansluitingen met contactvet. Gebruik een waterafstotend contactvet.
- Controleer de staat van de O-ring tussen het rotatorframe en de snelwissel. Zie paragraaf 10.2. Overzicht draaikantelstuk.

5.8.2. Na het werken onder water

- Sluit de dag altijd af met het roteer- en kantelbewegingen en vul vet bij via de centrale smering, zodat resterend water uit de lagers wordt geperst.
- Breng olie aan op onbehandelde oppervlakken.

6. Onderhoud

Gevaar
Controleer de bevestigingen regelmatig en let vooral op scheurvorming. Risico op persoonlijk letsel en schade aan eigendom.
Waarschuwing
Waarborg dat alle service- en onderhoudswerkzaamheden worden verricht volgens de aanbevelingen van de fabrikant. Gebrekkig onderhoud kan defecten aan de basismachine en toebehorende uitrusting veroorzaken.
Waarschuwing
Bij het vervangen van slangen mogen er alleen slangen met een perskoppeling worden gebruikt. Gebruik geen schroefkoppelingen. Risico op persoonlijk letsel en beschadiging van eigendom.

6.1. Algemeen

De intervallen voor smering en onderhoud die door de gebruiker moeten worden uitgevoerd zijn:
- Dagelijks: Uitgevoerd vóór het begin van de werkdag overeenkomstig paragraaf 6.2. Dagelijks onderhoud.
- Controle om de 8 bedrijfsuren: Smering volgens paragraaf 6.3. Smering om de 8 uur.
- Controle om de 250 bedrijfsuren: Smering volgens paragraaf 6.4. Onderhoud om de 250 uur.
Naast deze inspecties moet onderhoud worden uitgevoerd door onderhoudsmonteurs bij de eerste machineonderhoud of uiterlijk na 500 draaiuren. Vervolgens periodiek elke 500 uur volgens paragraaf 11.1. Serviceschema.Sectie 11.2. Serviceprotocol moet worden ingevuld na voltooiing van het onderhoud.
Belangrijk
Denk aan het gevaar voor mens en milieu wat betreft hydraulische olie en smeervet. Lees de veiligheidsvoorschriften voor de door u gebruikte hydraulische olie en smeervet. Risico op persoonlijk letsel en schade aan het milieu.
Belangrijk
Maak uw product altijd zorgvuldig schoon. Gebrekkige reiniging kan schade aan de uitrusting veroorzaken.

6.2. Dagelijks onderhoud

Controleer of:
- De zichtbare boutverbindingen aangehaald zijn (zie paragraaf 6.9. Aanhaalmoment)..
- Penvergrendelingen zitten goed vast.
- Controle op scheuren of andere beschadigingen.
- Het draaikantelstuk is juist aangesloten op zowel graafmachine als uitrustingsstuk.
- Of alle waarschuwingsstickers aanwezig en leesbaar zijn.
- De snelwissel werkt normaal, is schoon en heeft geen zichtbare schade.
- Er zijn geen verkeerde spelingen van breek- en rotatieopeningen (zie paragraaf 6.6. Controle van rotatie- en opbreekspeling).
- Er geen hydraulische lekken zijn.
- Er is geen lekkage van vet bij slangen of in koppelingen.
- Elektronische module QLM signaleert correct bij aan- en afkoppelen van uitrustingsstukken.
Waarschuwing
Vermijd contact met hete hydraulische olie. Denk aan het risico op brandwonden.
Waarschuwing
Gebruik nooit uw handen om lekkage in het hydraulische systeem op te sporen. Gebruik hiervoor bedoelde veiligheidsuitrusting. Hydraulische olie die onder druk staat kan de huid penetreren. Risico op persoonlijk letsel.
Waarschuwing
Let vooral op de beweegbare details. Onoplettendheid kan beknellingsschade veroorzaken. Risico op persoonlijk letsel.
Waarschuwing
Het hydraulische systeem moet drukloos worden gemaakt voordat met werkzaamheden in het systeem een aanvang wordt genomen. Risico op persoonlijk letsel en schade aan eigendom.

6.3. Smering draaikantelstuk

Het draaikantelstuk heeft een glijlager en deze moet dagelijks gesmeerd worden en is uitgerust met progressieve centrale smering.De grijperaccessoire en de werktuigbevestiging onder het draaikantelstuk hebben eigen smeerpunten en zijn niet aan het centrale smeersysteem gekoppeld. Zie de respectievelijke afbeelding voor de smeerpunten voor werktuigbevestigingen onder het draaikantelstuk en de grijperaccessoire. Al naar gelang er vet wordt bijgevuld zal er een bepaalde mate naar buiten komen tussen het frame en de ring van de bevestiging.Een blokkering in een smeerkanaal kan leiden tot een complete blokkering van het smeersysteem. Bij het vervangen van smeerslangen moeten deze worden vervangen door voorgevulde smeerslangen Dit is vooral belangrijk wanneer het draaikantelstuk is aangesloten op het smeersysteem van de basismachine.Raadpleeg bij storingzoeken uw onderhoudspartner of engcon Nordic AB.

6.3.1. Aanbevolen vet

We raden aan om de wormoverbrenging van het draaikantelstuk bij aflevering te vullen met een universeel vet op lithiumbasis (NLGI 2). Dit vet is vaak mengbaar met andere vetten van een vergelijkbaar type.Controleer altijd de mengbaarheid bij uw leverancier. Bij gebruik van lager gewaardeerd vet neemt het verbruik toe.
Belangrijk
Gebruik geen smeervetten waar vaste deeltjes doorheen zijn gemengd, zoals molybdeen, grafiet of koper. Deze deeltjes kunnen ertoe leiden dat het smeerblok niet langer werkt.
Belangrijk
Zorg bij smeren of het aansluiten van het smeersysteem voor een optimaal schone omgeving. Het smeersysteem is gevoelig voor vuil.
Belangrijk
Bij gebruik van hydraulische uitrustingsstukken en zwaardere graafwerkzaamheden is vet met een hogere viscositeit van de basisolie en een grotere hoeveelheid vet vereist.

6.3.2. Om de 8 uur smeren

Belangrijk
Voeg nooit grote hoeveelheden vet toe via de centrale smering, omdat oversmering van bepaalde punten de afdichtingen kan beschadigen.
Belangrijk
De opgegeven hoeveelheid vet is de MINIMALE hoeveelheid die gevuld moet worden.

6.3.2.1. Handmatig smeren

EC204: 10 g | EC206: 10 g | EC209: 15 g | EC214: 20 g | EC219: 20 g | EC226: 25 g | EC233: 35 g Om het draaikantelstuk te smeren verwijdert u het beschermkapje van de smeernippel en sluit daarna de smeerspuit aan. Smeer het draaikantelstuk totdat u bij alle assen en lagers vet naar buiten ziet komen. Veeg zorgvuldig alle vuil van nippel en mondstuk voordat u de smeerspuit aansluit.
Afbeelding21.

6.3.2.2. Automatische smering

Het verdeelblok van het draaikantelstuk is progressief werkend. Dit blok verdeelt het smeermiddel automatisch naar alle aangesloten smeerpunten. De verdeler levert het vet telkens naar één smeerpunt tegelijk. Dit waarborgt dat geen van de smeerpunten wordt overgeslagen. Het systeem kan op het automatische smeersysteem van de basismachine worden aangesloten.Vervang de smeernippel van het verdeelblok door een passende slangkoppeling (het draad in de verdeler is M10x1) en sluit de slang aan vanaf het smeersysteem van de basismachine. Controleer altijd of de leverende klep en de bedrijfsinstelling van de pomp het juiste volume produceren, alsook of de systeemdruk hoog genoeg is (max. 300 bar) om de juiste hoeveelheid smeermiddel aan het draaikantelstuk te leveren.
Belangrijk
In de winter is er een hogere systeemdruk nodig om het draaikantelstuk te smeren.
Belangrijk
Controleer regelmatig of het draaikantelstuk wordt voorzien van nieuw vet.

6.3.3. Smering werktuigbevestiging

Hoeveelheid vet: 3-4 pompslagen per smeernippel. Smeernippels aan weerszijden, geldt voor alle voorbeelden.De pijlen wijzen de smeernippels aan.
Voorbeeld S80
Voorbeeld S70
Afbeelding22.
Afbeelding23.
Voorbeeld HS
Voorbeeld ECPUP
Afbeelding24.
Afbeelding25.

6.3.4. Smeren wormoverbrenging

1. Demonteer de beschermkap aan de linkerkant van het draaikantelstuk en de plug op de schroefverbinding.
2. Reinig en verwijder al het vet uit het gat waar de plug in zat.
3. Draai het wormwiel en kijk of vet zich ophoopt in het gat.
4. Als vet zich ophoopt in het gat, hoeft er geen vet te worden toegevoegd. Vul anders met vet (tijdens het roteren, indien mogelijk) en herhaal stap 3.
Waarschuwing
Let vooral op de beweegbare details. Onoplettendheid kan beknellingsschade veroorzaken. Risico op persoonlijk letsel.

6.3.5. Smering grijperaccessoire GR10, GR20

Hoeveelheid vet: 3-4 pompslagen per smeernippel. De pijlen wijzen de smeernippels aan.
Afbeelding26.

6.3.6. Smering grijperaccessoire GR20RR

Hoeveelheid vet: 3-4 pompslagen per smeernippel. De pijlen wijzen de smeernippels aan.
Afbeelding27. Bildtext

6.4. Onderhoud om de 250 uur

De controle wordt uitgevoerd door de operator, vul sectie 11.2. Serviceprotocolin .
- Doorlopen volgens sectie 6.2. Dagelijks onderhoud.
- Controleer het vetniveau volgens paragraaf 6.3.4. Smeren wormoverbrenging.
- Controleer de centrale smering en eventuele lekkages bij aansluitingen.
- Controleer kantelassen volgens paragraaf 6.4.1. Vulringen kantelbovenstuk.

6.4.1. Vulringen kantelbovenstuk

1. Zorg ervoor dat het kantelbovenstuk tegen de basismachine staat met behulp van een gereedschap met een wigeffect. Wig tussen het rotatorframe en het kantelbovenstuk bij de kantelas die van de cabine afwijst.
2. Draai de twee bouten van de kantelasring los.
3. Plaats vulplaten aan de binnenkant van de kantelaxiaalring op de kantelas die naar de cabine wijst.
4. Monteer de kanteltaatsring terug.
Afbeelding28.

6.5. Speciaal onderhoud

6.5.1. EC-Oil

Reiniging
- Oliekoppelingen, elektrische koppelingen, smeerkoppelingen en vuilbeschermingen moeten vóór en na gebruik worden schoongemaakt, om lekkage van olie of vet te voorkomen en de werking van EC-Oil te garanderen.
- Indien zich ondanks reiniging nog steeds olie- of vetlekkage voordoet, raden wij aan om de vlakafdichting te vervangen.
- Reinig de elektrische aansluitingen dagelijks en spuit ze in met een waterafstotende spray.
Afbeelding29. Bildtext
Vlakafdichting vervangen
Afbeelding30.
Van toepassing op hydraulische koppelingen op de snelwissel.
1. Verwijder de huidige vlakafdichting met behulp van een scherp gereedschap.
2. Monteer de nieuwe vlakafdichting voorzichtig met behulp van uw vingers.
EC-Oil
Vlakafdichting
Artikelnummer
ECO40-50
3/8"
1052976
ECO60
1/2"
1050018
ECO70
3/4"
1050580
ECO80
1"
1056072
Opmerkingen
Conische vlakafdichting, moet met de smalle zijde naar buiten worden gemonteerd.
Afbeelding31.

6.6. Controle van rotatie- en opbreekspeling

Belangrijk
De controle moet uitgevoerd worden zonder aangekoppeld uitrustingsstuk.
Om de rotatie- en breekspeling te regelen, zijn de volgende gereedschappen nodig:
- Verlengde 10 mm inbussleutel.
- Meetklok met magnetische voet.
- Zeskantdop, lange uitvoering
- Breekstang.

6.7. Controle breekspeling

1. Breng het draaikantelstuk omhoog tot een comfortabele werkhoogte en zet de machine uit.
2. Demonteer de beschermkap aan de linkerkant van het draaikantelstuk en de plug op de schroefverbinding.
3. Reinig en verwijder al het vet uit het gat waar de plug in zat.
4. Draai het wormwiel totdat een vrij oppervlak zonder schroefkop zichtbaar is.
5. Zet het draaikantelstuk neer en druk hem op een vlakke en stevige ondergrond.
Afbeelding32. Demonstreer de beschermkap.
6. Plaats de zeskantdop in het gat en zorg ervoor dat deze in contact komt met het wormwiel.
7. Plaats de meetklok met magnetische voet en zet de klok op nul tegen de bovenkant van de zeskantdop.
8. Til het draaikantelstuk voorzichtig van de grond en lees de klok af.
Afbeelding33. Vrij oppervlak zonder schroefkop.
EC206B
EC209-233
Commentaar
< 0,10mm
< 0,10mm
Moet onmiddellijk verholpen worden.
0,10-0,15mm
0,10-0,25mm
Corrigeer de breekspeling
0,16-0,20mm
0,26-0,35mm
Moet snel verholpen worden.
>0,20mm
> 0,35mm
Moet onmiddellijk verholpen worden.
9. Gebruik de breekstang en lees eventuele wijzigingen af op de meetklok.
Afbeelding34. Breek met de breekstang.

6.7.1. Controle rotatiespeling

1. Gebruik de breekstang om de snelwissel naar links te trekken.
2. Demonteer de motorschroeven en verwijder de motor.
3. Reinig de wormschroef grondig en verwijder al het vet.
4. Monteer de meetklok tegen het rotatorframe en stel de klok opnieuw in.
5. Gebruik de breekstang om de snelwissel naar rechts te trekken en lees de meetklok af.
Afbeelding35. Draai de snelwissel naar links.
Afbeelding36. Verwijder de motor.
EC206B
EC209-233
Commentaar
<0,05mm
< 0,12mm
Er is afstelling nodig
0,06-0,15mm
0,12-0,25mm
Corrigeer de rotatiespeling
>0,15mm
> 0,25mm
Er is afstelling nodig
Afbeelding37. Draai de snelwissel naar rechts.
Opmerkingen
Wij raden aan om de afstelling te laten uitvoeren door een vakman in een werkplaatsomgeving.

6.7.1.1. Het belang van de rotatiespeling

Een speling kleiner dan 0,12 mm veroorzaakt te snel warm lopen. Een speling van meer dan 0,25 mm zorgt voor slagen en schokken waardoor de smeerfilm tussen de taatsringen verloren gaat.
Opmerkingen
Gebrek aan smering kan de taatsringen vervormen.

6.7.2. Taatsringen

Controleer of de taatsringen vlak zijn.
Max slijtage: Min 4,5mm
We raden aan om altijd nieuwe axiale ringen te monteren voordat u ze afstelt.

6.7.3. ePS

Uw draaikantelstuk is uitgerust met kantel- en rotatiesensoren van engcon. Na reparaties en onderhoud moeten deze opnieuw worden gekalibreerd.

6.8. Test van de lasthoudklep

 
Voor het controleren van de lasthoudkleppen is een hefarm nodig.
Belast de kantelfunctie in beide richtingen, deze mag niet bewegen.
Als er toch beweging is, vervang dan de lasthoudklep op de cilinder die uitgeschoven kan worden (de kant waar het kantelbovenstuk van het rotatorframe af beweegt).
Zie ook paragraaf 10.2. Overzicht draaikantelstuk.

6.9. Aanhaalmoment

Het rotatiedeel is gedimensioneerd om enorme opbreek- en draaibelastingen op te nemen. Het aantrekkoppel van bepaalde boutverbindingen vormt een voorwaarde voor de treksterkte.Bouten en boutgaten moeten goed schoon zijn.
EC204
Verbinding
Afmeting
Kwaliteit
Aantal
Koppel
Schroefdeksel
M10
12.9
4
79 Nm
Werktuig­bevestiging
M12
12.9
12
136 Nm
Zadel­bevestiging
M12
12.9
4
136 Nm
Kantelas
M12
12.9
8
136 Nm
Hydraulische motor
M8
12.9
3
40 Nm
Tabel 10.
EC206
Verbinding
Afmeting
Kwaliteit
Aantal
Koppel
Schroefdeksel
M10
12.9
8
79 Nm
Werktuig­bevestiging
M14
12.9
12
217 Nm
Zadel­bevestiging
M12
12.9
4
136 Nm
Kantelas
M16
12.9
8
333 Nm
Klemhelft
M10
12.9
4
79 Nm
Hydraulische motor
M12
12.9
2
136 Nm
Tabel 11.
EC209
Verbinding
Afmeting
Kwaliteit
Aantal
Koppel
Schroefdeksel
M12
12.9
8
136 Nm
Werktuig­bevestiging
M14
12.9
12
217 Nm
Zadel­bevestiging
M16
12.9
8
333 Nm
Kantelas
M16
12.9
8
333 Nm
Klemhelft
M10
12.9
8
79 Nm
Hydraulische motor
M12
12.9
2
136 Nm
Tabel 12.
EC214
Verbinding
Afmeting
Kwaliteit
Aantal
Koppel
Schroefdeksel
M12
12.9
8
136 Nm
Werktuig­bevestiging
M16
12.9
12
333 Nm
Zadel­bevestiging
M16
12.9
8
333 Nm
Kantelas
M16
12.9
14
333 Nm
Klemhelft
M10
12.9
8
79 Nm
Hydraulische motor
M12
12.9
2
136 Nm
Tabel 13.
EC219
Verbinding
Afmeting
Kwaliteit
Aantal
Koppel
Schroefdeksel
M12
12.9
8
136 Nm
Werktuig­bevestiging
M20
12.9
12
649 Nm
Zadel­bevestiging
M16
12.9
8
333 Nm
Kantelas
M16
12.9
14
333 Nm
Klemhelft
M12
12.9
8
136 Nm
Railsgrijper grijperas
M20
12.9
2
649 Nm
Hydraulische motor
M12
12.9
2
136 Nm
Tabel 14.
EC226
Verbinding
Afmeting
Kwaliteit
Aantal
Koppel
Schroefdeksel
M14
12.9
8
217 Nm
Werktuig­bevestiging
M20
12.9
12
649 Nm
Zadel­bevestiging
M16
12.9
8
333 Nm
Kantelas
M16
12.9
18
333 Nm
Klemhelft
M20
12.9
8
136 Nm
Railsgrijper grijperas
M20
12.9
2
649 Nm
Hydraulische motor
M12
12.9
2
136 Nm
Tabel 15.
EC233
Verbinding
Afmeting
Kwaliteit
Aantal
Koppel
Schroefdeksel
M12
12.9
12
136 Nm
Werktuig­bevestiging
M20
12.9
20
649 Nm
Zadel­bevestiging
M16
12.9
8
333 Nm
Kantelas
M20
12.9
16
649 Nm
Klemhelft
M14
12.9
8
217 Nm
Railsgrijper grijperas
M20
12.9
2
649 Nm
Hydraulische motor
M12
12.9
2
136 Nm
Tabel 16.
Hydraulische aansluitingen EC-Oil
Verbinding
Afmeting
Aantal
Koppel
Hydraulische koppeling ECO
ECO40-80
2
60 Nm
Tabel 17.

7. Storingzoeken

7.1. Q-Safe

7.1.1. Indicatie

Positie
Gedrag
Indicatie
Commentaar
1
1 keer knipperen
*_*_*_
Voedingsspanning OK
Van toepassing op DC2 zonder QSC
2 keer knipperen
**_**_**_
Voedingsspanning OK
Van toepassing op QSC
Vast licht
Voedingsspanning OK
Van toepassing op SS0-SS9 zonder QSC
2
1 keer knipperen
*_*_*_
CAN time out
Van toepassing op QSC
2 keer knipperen
**_**_**_
Kortsluiting toevoer naar sensor in EC
Van toepassing op SS0-SS9 zonder QSC en tijdens het opstarten van QSC
3 keer knipperen
***_***_***_
Kortsluiting toevoer naar sensor in RF
Van toepassing op SS0-SS9 zonder QSC en tijdens het opstarten van QSC
3 keer knipperen
***_***_***_
Kortsluiting toevoer naar sensor in EC
Van toepassing op DC2
Inactief
Geen storing
3
Vast licht
Aangesloten uitrustingsstuk
Sensor op haak voor snelwissels op de machine
4
Vast licht
Aangesloten uitrustingsstuk
Sensor op uitstoter voor snelwissel op de machine
5
1 keer knipperen
*_*_*_
Losgekoppeld draaikantelstuk
Van toepassing op DC2
Vast licht
Aangesloten uitrustingsstuk
Sensor op haak voor snelwissels onder het draaikantelstuk
6
1 keer knipperen
*_*_*_
Losgekoppeld draaikantelstuk
Van toepassing op DC2
Vast licht
Aangesloten uitrustingsstuk
Sensor op uitstoter voor snelwissels onder draaikantelstuk
7
Knippert wit in combinatie met pulserende sirene (Normaal tijdens koppelingsprocedure)
Onjuist aangesloten werktuig
Controleer de bevestiging
Tabel 18.
Voor overzicht zie hoofdstuk 3.3.1. Overzicht

7.2. HS en SW met sensor

7.2.1. Indicatie

Positie
Gedrag
Indicatie
Commentaar
1
Knipperend licht
Voedingsspanning OK
DC2
Overige besturingssystemen met QSC
Vast licht
Voedingsspanning OK
Overige besturingssystemen zonder QSC
2
1 keer knipperen
*_*_*_
Kortsluiting toevoer naar sensor in RF
Van toepassing bij het opstarten van het systeem
2 keer knipperen
**_**_**_
Kortsluiting toevoer naar sensor in EC
Van toepassing bij het opstarten van het systeem
Inactief
Geen storing
3
Vast licht
Niet toepasbaar
4
Vast licht
Niet toepasbaar
5
Vast licht
Snelwissel in gesloten stand
De snelwissel onder het draaikantelstuk
6
Vast licht
Niet toepasbaar
7
Knipperend wit en pulserende sirene
Open vergrendelcilinder
Tabel 19.
Voor een overzicht zie hoofdstuk 3.4.1. Overzicht

7.3. ePS/C2C

Afbeelding38.

7.3.1. Indicatie

Positie
Teken
Indicatie
Commentaar
1
Uit
Geen spanningstoevoer
1
Vast licht
Geen communicatie in X1
1
Knippert
CAN-communicatie met eenheid aangesloten in X1
3
Uit
Geen spanningstoevoer
3
Vast licht
Geen communicatie in X2
3
Knippert
CAN-communicatie met eenheid aangesloten in X2
2
Uit
Geen storing of geen voedingsspanning
2
Knippert 1 keer
Geen communicatie met rotatiesensor
*__*__*__
2
Knippert 2 keer
Kortsluiting voeding X2
**__**__**__
Tabel 20.
Voor overzicht zie hoofdstuk 3.6.1. Overzicht

8. Stickers

Aanwijzingen en stickers die op de machine zijn aangebracht, zoals waarschuwingsbordjes moeten duidelijk leesbaar zijn en worden gehouden. Voor bestelling van nieuwe dient u met uw leverancier contact op te nemen.
Waarschuwing
Vervang beschadigde/onleesbare stickers/plaatjes voordat de machine in gebruik wordt genomen. Risico op persoonlijk letsel en schade aan eigendom.

8.1. Stickers bediening

8.1.1. Besturingssysteem 9 en 10

Voor stickers, zie aparte bij levering inbegrepen gebruiksaanwijzing.

8.2. Waarschuwingsstickers

8.2.1. Waarschuwingsstickers in cabine

De stickers zitten normaal gesproken goed zichtbaar rechts van de bestuurder.

8.2.1.1. 9000157

Afbeelding39. Waarschuwingssticker aan rechterzijde van de machinist.

8.2.2. Waarschuwingsstickers op het product.

8.2.2.1. 980101

Afbeelding40. Waarschuwingssticker op de kantelcilinder (EC206-EC233).

8.2.2.2. 980102

Afbeelding41. Waarschuwingssticker op de kantelcilinder (EC204).

8.2.2.3. 9000338

Afbeelding42. Waarschuwingssticker op vergrendelcilinder.

8.2.3. Beschrijving van symbolen

Belangrijk om het gewicht van het draaikantelstuk af te trekken bij de hefberekening.
Waarschuwing voor draaiende werktuig.
Waarschuwing voor kantelbaar werktuig.
Werk voorzichtig tijdens hantering van lange voorwerpen. Houd rekening met het levende gewicht en het toenemende risicogebied.
Sta of zit nooit onder een opgeheven werktuig!
Houd afstand voor draaiende, kantelende en zijdelingse verplaatsing van werktuigen! Risicogebied 3 meter.
Beknellingsgevaar bij beweegbare onderdelen.
De voor de machine goedgekeurde kantelbelasting mag nooit worden overschreden.
Sta of zit nooit onder een hangende lading.
Lees de gebruikershandleiding.

9. Technische gegevens

Op de foto ziet u een voorbeeld van een configuratie. Technische gegevens kunnen variëren.
Wij behouden ons het recht voor om wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving.

9.1. Draaikantelstuk

Afbeelding43.
Beschrijving
EC02
EC204
EC206
EC209
EC214
EC219
EC226
EC233
Max. machinegrootte
kg
3.500
4.000
6.000
9.000
14.000
19.000
26.000
33.000
Standaard snelwissel
S30
S40
S40, S45
S45
S45, S60
S60
S70
S70, S80
Breedte (A)
mm*
180
280
289
342
355
382
447
501, 581
Breedte (B)
mm*
155
161
220
250
285
315
340
385
Breedte (C)
mm*
160
169
219
273
303
310
340
385
Totale lengte (D)
mm*
435
463
500
561
665
737
760
878
Opbouwhoogte (E)
mm*
vanaf 245
vanaf 310
vanaf 380
vanaf 425
vanaf 457
vanaf 480
vanaf 500
vanaf 673
Gewicht
kg*
77
116
170
287
385
447
632
812
Aanbev. hydraulisch debiet: DC2/ss10
l/min
25
30
40
60
80
120
120
120
Aanbev. hydraulisch debiet ss9 tilt/rotatie
l/min
7/20
10/25
15/30
35/40
35/50
65/70
70/70
70/70
Max. hydraulische druk
MPa
22
22
22
22
22
22
22
25
Kantelhoek
°
2x40
2x45
2x45
2x45
2x45
2x45
2x45
2x45
Rotatie
Elektrisch systeem
V
12
12
12/24
12/24
12/24
12/24
12/24
12/24
Tabel 21. *Standaardbevestiging
Beschrijving
EC02
EC204
EC206
EC209
EC214
EC219
EC226
EC233
Max. breekkracht
kNm
20
28
45
74
126
186
270
340
Max. bakbreedte
mm
900
1.000
1.200
1.300
1.600
1.700
2.000
2.200
Kanteltijd van eind- tot eindpositie
s / l/min
3/7
3/7
3/15
3/34
3/40
3/65
5/43
5/63
Draaitijd voor één omwenteling bij hydr. doorstroom
s / l/min
7/20
7/21
6,5/30
7/40
7/50
6,5/70
7/70
10/70
Aanbev. hydraulisch debiet ss15
l/min
Nvt
25
30
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Aanbev. druk openen/sluiten SQ S30-S3, HS03/08
MPa
21 / 3-6
21 / 3-6
21 / 3-6
21 / 3-6
21 / 3-6
21 / 3-6
21 / 3-6
21 / 3-6
Aanbev. druk openen/sluiten SQ ECpup
MPa
Nvt
Nvt
21 / 10-21
21 / 10-21
21 / 10-21
21 / 10-21
21 / 10-21
21 / 10-21
Aanbev. druk openen/sluiten SQ Q-Safe
MPa
Nvt
21
21
21
21
21
21
21
Max. aanbev. druk in retourleiding
MPa
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
Standaardafmeting extra aansluiting**
Nvt
1/4"
3/8"
3/8" + 1/4"
1/2" + 1/4"
1/2"+
1/4"
(3/8")*
3/4"
3/4"
Swivelkanaal extra functie, aantal aansluitingen
2
2
4
4
4
4
4
4
Swivelkanaal vergrendelfunctie, aantal aansluitingen
2
2
2
2
2
2
2
2
Max. hydraulisch debiet EXTRA
l/min
18
13/Nvt
35/Nvt
40/50*
70/100*
70/100*
70/100*
70/100*
Max. hydraulisch debiet standaard (extra)***
l/min
Nvt
20
35
50
100
100
100
100
Tabel 22.
* [l/min] met High Flow**Standaardconfiguratie***Indien uitgerust met geïntegreerde grijper
Zie de afzonderlijke gebruiksaanwijzing voor de EC02. De technische gegevens zijn alleen vermeld voor vergelijkingsdoeleinden.

9.2. Geïntegreerd grijperhulpstuk

Afbeelding44.
Afbeelding45.
Maximale zwaartepuntverschuiving 150mm
Beschrijving
GR05
GR10
GR20B
GR30
GR20RR/R2
Grootste grijpbreedte (A):
mm
350
610
820 - 950
1.080
820
Breedte (B)
mm
200
270
350
440
380
Lengte (C)
mm
585
760
910
980
*
Klemkracht (tand - tand) bij 21 bar
kg
1.654
1.497
2.234
1.956
1.750
Max. belasting:
kg
1.000
1.500
2.000
2.200
3.000
Gewicht
kg*
50
70
85
148
140
Max. hydraulische druk
MPa
22
22
22
22
22
Tabel 23.
*Afhankelijk van het uitrustingsstuk
Zie aparte montagevoorschriften voor losneembare GRD. Deze kunnen ook worden gedownload op onze website of via contact met engcon.

9.3. Lasthoudklep

Hieronder vindt u het moment dat nodig is om de lasthoudkleppen op de kantelcilinders te laten bezwijken.
Beschrijving
EC204
EC206
Koppel
Nm*
5.000 (rotatie rechts)
7.000 (rotatie rechts)
Koppel
Nm*
4.000 (rotatie links)
6.000 (rotatie links)
Beschrijving
EC209
EC214
EC219
EC226
EC233
Koppel
Nm*
18.000
22.000
41.000
45.000
68.000
Tabel 24.
*Waarden berekend met universeel kantelbovenstuk, waarden kunnen variëren afhankelijk van het kantelbovenstuk.

10. Woordenlijst

10.1. Benamingen

Woord
Beschrijving
Basismachine
De machine die de van toepassing zijnde uitrusting draagt. Graafmachine of graafladers.
EC-Oil
Automatisch oliekoppelingssysteem voor hydraulisch wisselen van werktuig direct vanuit de cabine. Zie punt 3.5. EC-Oil.
EC-Oil blok H (Hitch)
Zit in machine- of werktuigbevestiging.
EC-Oil blok T (Top)
Zit in bovenstuk van hydraulische werktuigen en/of het draaikantelstuk.
ECxxPS (bijvoorbeeld EC219PS)
Draaikantelstuk wanneer dit is uitgerust met ePS.
ECxxR (bijvoorbeeld EC219R)
Rotator, geen kantelfunctie.
ECxxU (bijvoorbeeld EC219U)
Draaikantelstuk zonder kleppenblok en svivel.
ECxxW (bijvoorbeeld EC219W)
Draaikantelstuk met extra breed kantelbovenstuk.
Drukstuk
Verbinding tussen opbreekcilinder en machinebevestiging, alternatief direct gemonteerd draaikantelstuk.
Bewegend gewicht
Zwengelende/heen en weer bewegende lading
Machinebevestiging
Werktuigbevestiging die direct op de lepelsteel van de graafmachine wordt gemonteerd.
Werktuig­bevestiging
Het gedeelte van het draaikantelstuk dat op de bak of een ander werktuig aansluit.
Lepelsteel
"Arm" vooraan op de graafmachine.
Kantelbelasting
Geeft het maximale gewicht aan dat de graafmachine kan optillen zonder voorwaarts te kantelen.

10.2. Overzicht draaikantelstuk

Pos.
Benaming
1
Lasthoudklep
2
EC-Oil blok T (optie)
3
Kantelcilinder
4
Zadel­bevestiging
5
Bus zadelbevestiging
6
Geleidelager
7
QS/Q-safe Sleepring (optie)
8
1-puntsmering
9
Kantelas
10
Vulringen-kit kantelas
11
Cilinderas
12
Klemhelft
13
Hydraulische motor
14
QS/Q-safe Sensor (optie)
15
EC-Oil blok H (optie)
16
Vergrendelcilinder
17
Geïntegreerd grijperhulpstuk
18
Werktuig­bevestiging
19
Lagerring
20
Wormwiel
21
Axiale ring
22
Rotatiesensor ePS (optie)
23
Schroefdeksel
24
Set vulringenSchroefdeksel
25
Wormschroef
26
Huis
27
Kleppenblok en swivel
28
Bus kantelas
29
Kantelbovenstuk

11. Service

Waarschuwing
Waarborg dat alle service- en onderhoudswerkzaamheden worden verricht volgens de aanbevelingen van de fabrikant. Gebrekkig onderhoud kan defecten aan de basismachine en toebehorende uitrusting veroorzaken.
Waarschuwing
Zie erop toe dat de vergrendelcilinder zich in maximaal uitgeschoven positie bevindt voordat de vergrendelhaak wordt gedemonteerd. Risico op persoonlijk letsel en beschadiging van eigendom.
Waarschuwing
Lassen is niet toegestaan. Dit kan de veiligheid negatief beïnvloeden. Risico op persoonlijk letsel en schade aan eigendom. Voor laswerk, raadpleeg uw dealer of engcon Nordic AB.

11.1. Serviceschema

11.1.1. Controle om de 500 bedrijfsuren

Uitgevoerd door de onderhoudsmonteur tijdens eerste machineonderhoud, alternatief uiterlijk na 500 bedrijfsuren. Daarna periodiek elke 500 bedrijfsuren.Vul sectie 11.2. Serviceprotocol in.
- Controleer de overeenstemming van het product met het typeplaatje en de gebruikershandleiding.
- Doorlopen van punten volgens hoofdstuk 6.2. Dagelijks onderhoud.
- Boutverbindingen natrekken volgens paragraaf 6.9. Aanhaalmoment.
- Controleer aansluitingen en bedrading op slijtage en beknelling.
- Controleer de slangen op slijtage en beknelling.
- Voer tests uit volgens paragraaf 6.8. Test van de lasthoudklep.
- Controleer kantelassen volgens paragraaf 6.4.1. Vulringen kantelbovenstuk.
- Controleer smering volgens paragraaf 6.3. Smering draaikantelstuk.
- Voer functionele controle uit volgens paragraaf 4.5.2. Functiecontrole.
- Voer een controle uit volgens paragraaf 6.6. Controle van rotatie- en opbreekspeling.
- Visuele inspectie van bussen en steunlagers, zie paragraaf 10.2. Overzicht draaikantelstuk.

11.1.2. Inspecteer om de 250 bedrijfsuren

Uitgevoerd door de operator volgens paragraaf 6.4. Onderhoud om de 250 uur.Vul sectie 11.2. Serviceprotocol in.

11.2. Serviceprotocol

Op het onderhoudsrapport is er ruimte om acties te noteren die uitgevoerd zijn op het product waartoe de handleiding behoort. Noteer de datum van de ingreep, wat er is gedaan (onderhoud, reparatie, etc.) en wie de maatregel/reparatie heeft uitgevoerd. Als een van onze servicepartner dit heeft uitgevoerd, kan er ook een stempel in het daarvoor bestemde vakje worden gezet. Dit zorgt dat u een toekomstige eigenaar zekerheid over het product.
Datum
250 h
500 h
Opmerking/maatregel
Stempel/Paraaf
Datum
250 h
500 h
Opmerking/maatregel
Stempel/Paraaf
Datum
250 h
500 h
Opmerking/maatregel
Stempel/Paraaf

12. Onze contactgegevens

engcon Australia Pty Ltd
+61 2 7252 5279
australia@engcon.com
 
engcon Ireland Ltd
+353 15 686 742
ireland@engcon.com
 
engcon Austria GmbH
+46 676 3786239
info-at@engcon.com
 
engcon Korea Ltd
+82 70 4472 9978
engcon_kor@engcon.com
 
engcon Belgium BVBA
+32 15 79 73 10
belgium@engcon.com
 
engcon Netherlands
+31 85 82 23 550
netherlands@engcon.com
 
engcon Canada Inc.
+1 438-226-1716
canada@engcon.com
 
engcon North America Inc.
+1 203 691 5920
northamerica@engcon.com
 
engcon Denmark A/S
+45 70 20 13 50
info@engcon.dk
 
engcon Norway AS
+47 22 75 44 44
norge@engcon.com
 
OY engcon Finland AB
+358 6322 815
finland@engcon.com
 
engcon Poland Sp. z o.o.
+48 61 894 00 47
info@engcon.pl
 
engcon France SAS
+33 1 60 79 49 70
france@engcon.com
 
engcon Sweden AB
+46 670 65 04 00
sweden@engcon.com
 
engcon Germany GmbH
+49 9342 934 85 0
germany@engcon.com
 
engcon UK Ltd
+44 1684 297168
uk@engcon.com
 
engcon International
+46 670 178 00
international@engcon.com